Er was eens een oude bouwloods in een grote stad die al jaren gesloten was zonder gebruikt te worden.
Het bedrijf dat daar werkte was solvabel en deed het goed, dat was niet het probleem. Wat er gebeurde is dat het "gedelokaliseerd" werd. De stad eromheen was veranderd en deze industriële ruimte was niet meer op zijn plaats, in een context die niet geschikt was voor het gebruik dat er van werd gemaakt, net als wanneer je in de bus in slaap valt en later plotseling wakker wordt op een heel andere plek dan waar je wilde zijn.
Op de dag dat dit pakhuis werd gepland, was het stadscentrum veel verder weg. Dit was een semi-industrieel gebied, waar middelgrote werkruimtes zoals werkplaatsen, magazijnen en kleine fabrieken naast elkaar bestonden in een woonstructuur waar de werknemers van deze bedrijven en vele anderen woonden.
Er lag een grote snelweg vlak voor en de omgeving was lawaaierig, vervuild, vies, grijs...
In het stadscentrum waren de bomen, de grote lanen en de lichte huizen. Mensen die het zich konden veroorloven woonden daar en keken uit de ramen om parken te zien.
In de buurt van ons pakhuis woonden de arbeiders die elke ochtend naar hun werk gingen en ervan droomden om op een dag in het stadscentrum te wonen.
Dat gebeurde jarenlang, totdat de inwoners van de stad een geweldig idee hadden: ze besloten om de grote snelweg, die de volksbuurt isoleerde en verstikte, te bedekken met bomen en planten, zodat de inwoners van deze buurt ook bomen door hun ramen konden zien.
Dat veranderde alles!
Plotseling was het centrum niet meer de enige plek waar mensen wilden wonen. De fabrieken en werkplaatsen in de volksbuurt begonnen te verhuizen naar andere plekken in de buurt van andere lawaaierige en grijze snelwegen, omdat ze daar het beste konden werken.
Na verloop van tijd wilden steeds meer mensen in de oude grijze volksbuurt wonen, omdat het nu een prettige en aantrekkelijke plek was voor gezinnen, maar er was geen ruimte meer voor nieuwe huizen.
De inwoners van de stad kwamen weer bij elkaar en hadden weer een geweldig idee: als ze meer huizen nodig hadden, waarom zouden ze die grote oude, niet meer gebruikte ruimtes dan niet hergebruiken als woningen?
Dankzij de technologie werken veel inwoners nu immers op afstand en hoeven ze niet meer naar de fabrieken. Maar ze kunnen wel in dezelfde buurt blijven wonen en werken. Oude pakhuizen bieden aantrekkelijke ruimtelijke mogelijkheden voor hen als ze goed worden gebruikt.
Op een dag besloot iemand om ons lege pakhuis om te toveren tot woningen en gaf de kleuren de opdracht om deze klus te klaren.
Het grijs ging weg en de gelen, blauwen, groenen en oranjes kwamen binnen...
Kleur veroverde alles, het vulde elke hoek van ons oude pakhuis met vreugde, tinten en verrassingen om de jonge gezinnen te huisvesten die met veel enthousiasme in deze gerenoveerde buurt kwamen wonen, omdat ze vanuit de gele ramen tientallen bomen om zich heen konden zien...
De nieuwe huizen, uitgerust met alles wat nodig is voor het moderne leven, werden gebouwd met hout, roodachtige baksteen en geglazuurd keramiek, om ze gezellig te maken.
De voormalige industriële pijpen en bestaande structurele elementen van het oude pakhuis werden bijna afgerukt door het verlangen van de inwoners van de stad naar vernieuwing, maar Yellow, de kleur, besloot ze te omhelzen en uit te nodigen om daar te blijven en deel uit te maken van de nieuwe huizen. Per slot van rekening is een gerenoveerde ruimte altijd interessanter als het enkele aanwijzingen bewaart over wat het in zijn vorige leven deed.